Help, hoe doe je dat: participeren?
De burger vindt participeren niet zo moeilijk. Steeds makkelijker starten mensen zelfstandig projecten op. De participerende overheid echter, zo bleek uit de meeste verhalen, heeft nog veel te leren over hoe ze hier nu het beste in kunnen meedoen. De wil leek er zeker te zijn, maar hoe doe je dat? Ga je volgen of regie nemen? In jargon: ga je als overheid cocreëren, participeren of blijf je sturen? Hoe kun je zaken en gelden verantwoorden? Hoe borgen die initiatieven de continuïteit? De helft van het publiek werkte bij een overheid of goede doelenorganisatie en knikte telkens instemmend als dit soort toch wat retorische vragen werden gesteld. Het antwoord zat er als het ware al in verpakt: burgerinitiatieven zijn leuk, maar het is toch iets waar je ‘governance’ op wilt houden. Net toen ik me begon te ergeren aan de herhaling van deze retoriek gaf Yolande Troost van De Molentuin in Deventer het antwoord vrij effectief: ‘Wij strijden nu al zes jaar voor onze buurttuin, ons hele bestuur woont echt nog wel in hetzelfde huis, maar de gemeente is inmiddels twee verkiezingen verder en ook onze contactpersonen bij de woningbouw zijn al minstens drie keer gewisseld. En hier knikte niet alleen de halve, maar de hele zaal instemmend.

Mag je verdienen met civic crowdfunding / publieke projecten?
Dit is wat stevig gesteld, maar burgerinitiatieven zijn over het algemeen vrijwilligersinitiatieven en daar zit natuurlijk ook een deel van het antwoord op de continuïteitsvraag. Als een initiatief te zwaar en alleen gedragen wordt door vrijwilligers, dan is dat soms lastig vol te houden. Anderzijds, als een initiatief commercieel interessant is, waarom zou een overheid of goed doel hier nog in meedoen? Dan kan het voor zichzelf zorgen.
Deze vraag werd heel expliciet in de workshop waar de ervaringen van twee heel verschillende natuurinitiatieven werden besproken. Als eerste het succesvolle Dommelbimd verhaal. Een groep burgers die uit eigen beweging hemel en aarde hebben weten te bewegen om zes hectare natuurgebied te kunnen creëren. Het was landbouwgebied, zij wisten het aan te kopen en maakten het natuurgebied. Deels hebben zij dit voor elkaar gekregen met behulp van crowdfunding (koop een meter of neem een certificaat), maar voor het grootste deel ook met behulp van overheden en fondsen. Van de 310.000 euro die benodigd was, werd 80.000 opgehaald bij particulieren. Dat is een enorme prestatie. De overige bedragen werden bijeengesprokkeld uit goede doelen fondsen, het rijk en Provincie Noord-Brabant. De stichting Dommelbimd wil absoluut geen geld verdienen met dit gebied. Zij zijn ervan overtuigd dat zodra je dat gaat doen, de glijdende schaal richting schade aan het landschap wordt ingezet. Landschapsbehoud, zo stellen zij, is het beste geborgd met een niet commerciële vorm van beheer. Wel moesten ze toegeven dat de daardoor constant voor alles nieuw geld moeten vragen en ook geheel als vrijwilligersorganisatie georganiseerd moeten blijven.
Roggebotstaete is heel wat groter, 50 hectares, oud Rijks-boomkweekgebied en daar zwaait Lennard Duijvesteijn de scepter. Hij heeft twee jaar gekregen om van Roggebotstaete een zelfvoorzienend geheel te maken en zoekt dus bewust ook naar manieren om, zoals hij dat zelf omschreef, de natuur te verwaarden op een manier die èn een gezond verdienmodel oplevert èn recht blijft doen aan de natuurwaarden. Dit bleek een vrij intensief discussiepunt in de zaal. Er zijn blijkbaar veel mensen die denken dat dat niet mogelijk is.
Crowdfunding had in zijn situatie geen rol gespeeld bij de aankoop, maar wel bij het kunnen aanschaffen van een aantal concrete zaken op het landgoed. Een werkplaats bijvoorbeeld. En het had hem niet alleen geld opgeleverd, maar, veel belangrijker, enthousiaste fans van het landgoed, die zich op deze manier ook verbonden voelen met Roggebotstaete. Eén van de beloningen in zijn campagne voor de werkplaats bijvoorbeeld was een echt mannenweekend. Hij kreeg hier maar een klacht over: waarom was er geen echt vrouwenweekend?
Wat konden we leren over crowdfunden zelf?
Gemiddeld worden er bij dit type projecten: burgers die iets moois willen bereiken of iets willen behouden geen miljoenen opgehaald, 5000 is het gemiddelde. Wij vonden dat ook erg laag, maar bedenk dat dit soort initiatieven het geld bij burgers ophaalt en dan heb je het natuurlijk toch vaak over tientjes. 500 mensen die een tientje storten is wel 500 mensen die een echte daad hebben verricht. En dat blijkt voor overheden vaak belangrijker dan de bedragen. Als jij als burgergroep 500 tientjes aan je hebt weten te binden en je gaat daarna naar de woningbouw, de gemeente of het waterschap, dan heb je een heel ander gesprek dan wanneer je dat bewijs, die support nog niet hebt opgehaald. Dat maakt het ook altijd zinvol, ook al heb je een veel groter bedrag nodig. Crowdfunding, dat maakt het zo sterk, is niet alleen geld ophalen, maar ook een fanbase voor je project verzamelen. En daar zijn participerende overheden echt gevoelig voor. Je hebt dan toch het signaal opgehaald dat er draagvlak is.
Meer lezen
Er is een mooi verslag gemaakt met veel concrete projectbeschrijvingen.
Irini Salverda van Alterra heeft al een paar jaar een interessant leernetwerk lopen en onderzoekt daar de samenwerking tussen overheden en burgerinitiatieven. Ook daar kun je mooie voorbeelden vinden van het soort projecten waar het hier tot nu toe over gaat.
- Leernetwerk samenspel burgerinitiatieven en overheden in het groene domein
- Burgerparticipatie en burgerinitiatieven
Meer informatie over civic crowdfunding