Waarom hebben lokale voedselketen initiatieven het vaak zo zwaar?
Heel kort gesteld vindt iedereen lokaal voedsel heel inspirerend en belangrijk. Iedereen snapt intuïtief dat dit een heel belangrijke stap is om heel veel tegelijk te veranderen. Maar, in de praktijk van alledag verdwijnt de inspiratie al snel en moet de nieuwe enthousiaste lokale keten ondernemer met te weinig reserves in zijn eentje blijven opboksen tegen de grote inkopers, gemakzuchtige consumenten en de permanente marketingpower van de grote supermarkten, de Sligro’s en Sodexo’s en hallo-maaltijdboxen van deze wereld.
Lokale boerengroepen, leuke landwinkels of nieuwe logistieke partijen krijgen in de opstartfase vaak wat steun in de rug van een subsidie, maar moeten het, zodra er ook maar iets wordt omgezet, vrijwel direct zonder steun doen, want dan dreigt het concept van staatssteun aan een marktpartij. Banken en financiers zien het initiatief vervolgens niet zitten omdat het vaak niet schaalbaar genoeg is en zo worstelt het initiatief de beroemde valley of death in en komt er meestal niet uit. De doodssteken komen helaas ook te vaak van diezelfde zo betrokken overheid, die via de voordeur duurzaamheid en bodem en landschap en lokale ketens hoog in het vaandel heeft staan, maar aan de achterdeur een puur op prijs gebaseerd aanbestedingsbeleid voert waar al die prachtige waardes geen enkele rol in spelen.
De enige initiatieven die lang weten stand te houden zijn vrijwel allemaal donkergroen, oftewel biologisch en dat geeft eigenlijk al het antwoord: alleen als klant en aanbieder met elkaar verbonden zijn door meer dan alleen een markt, maar door een gedeelde waarde, blijft de aanbieder-klantrelatie duurzaam in stand. Zodra de winkel met lokale producten uiteindelijk te eng puur op prijs, marketingpower, volledigheid van aanbod en gemak moet concurreren met andere winkels of aanbieders, zal het grotere lokale initiatief op een zekere termijn overal en altijd falen.
Wat is de lokale keten dan wel?
Misschien moeten we dit hele marktdenken loslaten. Misschien is het onderwerp helemaal niet de prijs of het gemak of het uiterlijk van een krop sla. Maar is het onderwerp verbinding, of landschap, of gezondheid. Misschien moet de beweging richting lokaal voedsel niet over welvaart gaan maar over welzijn? Van mens, dier, natuur, landschap, plant, bodem? En van samenwerking in plaats van competitie. Ik ben helemaal niet van de zweverigheid, dat beklijft niet. Integendeel. Ik geloof in belangen. Maar, die moeten we dan wel opnieuw ontdekken. Want wat is ons echte eigenbelang? Ik denk dat we ons echte eigenbelang, (gezond en gelukkig leven, voor onszelf en onze naasten en kinderen) verblind door marktdenken, veel te snel uit het oog verliezen.
Anders gezegd: als we allemaal onbespoten appels willen eten die niet druipen van het gif en de transportoliekosten, waarom gaan we elkaar in dat proces dan de hele tijd lopen tegenwerken? Als we de prijsopbouw transparant houden en allemaal accepteren dat de ander gewoon een boterham moet verdienen om te overleven en vervolgens samenwerken om zoveel mogelijk gezonde onbespoten appels zo vaak mogelijk bij lokale monden te krijgen, spelen we dan niet gewoon een heel ander spel? Dan leggen we die appel als werkfruit juist in ziekenhuizen en bij voedselbanken, op scholen en in kantines van gemeentehuizen en zorginstellingen neer. Want dit is een gezonde appel. En daar moet zoveel mogelijk lokaal van geteeld worden en lokaal zoveel mogelijk van gegeten worden.
Dus, nog verder uitgezoomd, stel dat we dus de lokale keten als een cirkel gaan zien, een ronde tafel met een gezamenlijk belang: zoveel mogelijk gezond voedsel creëeren voor gezonde mensen en een gezonde natuur en een niet meer vergiftigde bodem. Dan gaan we als groep samen een zo gezond mogelijke streek maken waar we allemaal belang bij hebben, omdat wij hier zelf wonen en werken en kinderen hebben. Dat is helemaal niet spiritueel of zweverig, dat is gewoon praktisch. Maar het is geen marktdenken. Het is geen strijd, maar een samenwerkend systeem, waarin alle partijen een eerlijke prijs krijgen, zodat iedereen kan blijven werken aan die onbespoten appels. En peren, en melk en graan en sla etc.
Laten we het eens gaan proberen!
In de Betuwe gaan we precies dit nu proberen. Op een heel andere manier in de keten samenwerken zodat steeds meer boeren gezonde producten kunnen verbouwen en verwerken, zodat steeds meer mensen in de Betuwe die kunnen consumeren en verwerken en transporteren, en zodat er in de Betuwe een steeds gezondere ronde tafel ontstaat. Waar vervolgens steeds meer mensen aan willen plaatsnemen.
De kerngroep, bestaande uit Werkzaak Rivierenland, Coöoperatie de Fruitmotor, The Plant, Food Value en De Betuwse Fruitshop zijn met behulp van zo’n overheidssubsidie gestart. We worden gesteund door vrijwel alle gemeentes en Regio Rivierenland en samen beginnen we daar de ronde tafel op te bouwen. En onze KPI’s zijn onbespoten appels, en gezonde mensen, en schoon grondwater, en meer lokale werkgelegenheid etc etc. En dat is/wordt niet alleen het werk voor de lokale ondernemer, maar het is onze ambitie om dit het heel goed begrepen eigenbelang van iedereen in de Betuwe te laten worden. Eigenlijk dus het samenbelang. En daarmee is het antwoord op de vraag gegeven. De lokale keten is geen markt, maar een maatschappelijke uitdaging.
Doe mee en koop je eerlijke, lokale en sociale producten op Puur Betuws
De winkel is open, het busje rijdt rond en er komen steeds meer mooie producten en klanten bij.